 
													Onderzoeker Charlotte Kobus en lector Kaj Morel van het lectoraat Ondenkbare Marketing schreven een artikel voor SWOCC over het Usefulness Model als kompas binnen betekenisvolle marketing. In een tijd waarin merken steeds vaker worden bevraagd op hun maatschappelijke waarde en relevantie, biedt het Usefulness Model een actueel, inspirerend kader. Dit model, ontwikkeld door het merkbureau The Merge, plaatst niet enkel groei centraal, maar ook bestaansrecht – door nut voor klant én samenleving.
Waarom een nieuw model?
Veel traditionele merkmodellen – zoals de bekende “Brand Key” of het “Merkhart” – richten zich vooral op de interne merkessentie en de directe waarde voor de klant. Hoewel dat waardevol is, schieten deze modellen tekort in het effectief weergeven van de dynamiek tussen merk, individu en samenleving. Daardoor ontstaan risico’s zoals greenwashing of communicatie die wel overtuigend klinkt, maar niet authentiek aansluit bij het merk.
Het Usefulness Model begint bij de gedachte: wat maakt dat een merk er mag zijn? Het draait niet meer om groei los van context, maar om nut en relevantie: voor de samenleving én de doelgroep. Merken worden uitgenodigd om te luisteren, te leren en zich aan te passen aan maatschappelijke verwachtingen — in plaats van louter te zenden.
De vijf bouwstenen
Het model bestaat uit vijf componenten die gezamenlijk bepalen of een merk intern én extern geloofwaardig en relevant is:
- 
Nut voor de samenleving – wat draagt het merk bij aan het collectieve welzijn? 
- 
Nut voor de doelgroep – wat is het langetermijnbelang van de klant in relatie tot het merk? 
- 
Expertise – waar blinkt het merk in uit? 
- 
Karakter – herkenbare, menselijke eigenschappen van het merk. 
- 
Purpose – het grotere doel waar het merk voor staat. 
Lees het originele artikel bij SWOCC.
