Opnie in BN De Stem: Formatie moet verder kijken dan groei
Op 12 december verscheen het rapport van oud-ASML-topman Peter Wennink. Hij stelt terecht vast dat de productiviteit in Nederland achterblijft. Arbeidsproductiviteit zonder brede welvaart leidt echter tot kortstondig succes. Dat vinden Ton van Kollenburg en Sandra Doeze Jager, beiden werkzaam bij Avans Hogeschool. Zij pleiten daarom voor een bredere definitie van productiviteit afgelopen weekend in BN De Stem.
De economische groei is op dit moment te laag om onze voorzieningen op peil te houden. Het demissionaire kabinet introduceerde daarom een productiviteitsagenda, gericht op investeringen in onderzoek en ontwikkeling van digitalisering en kapitaaltoegang.
Nu is de vraag hoe de aanstaande regeringspartijen de productiviteitsagenda en de 26 aanbevelingen uit het Rapport Wennink benaderen. Als de nieuwe coalitie beide stukken straks vooral ziet als een technocratische groeistrategie, missen we een cruciale kans. Want arbeidsproductiviteit is veel meer dan een economische graadmeter; het is een spiegel van hoe we werken, leren en samenleven.
Groei zelf in de hand hebben
Wat de aanstaande coalitie daarom óók kan doen, is arbeidsproductiviteit breder definiëren en verbinden aan gezondheid, onderwijs, duurzaamheid en vertrouwen, zoals hoort bij een toekomstbestendige samenleving van brede welvaart. De manier waarop we de komende jaren gaan groeien, hebben we zelf in de hand.
Neem de investeringen in digitalisering. De analyse van Wennink laat zien dat grote productiviteits- én strategische kansen liggen in het domein Digitalisering & AI. Onze stelling: investeer je in innovatieve technologie, investeer dan evenzeer in nieuwe vormen van samenwerking, leiderschap, autonomie en vakmanschap. Zonder die vernieuwing dreigt de Solow-paradox: hoge IT-uitgaven zonder meetbare productiviteitswinst.
Wie in digitalisering en AI investeert zonder in mensen te investeren, koopt een snellere machine in een vastgeroeste fabriek. Een kabinet dat technologie serieus neemt, moet daarom evenveel aandacht hebben voor de menselijke kant: vakmanschap, vertrouwen en ruimte voor initiatief.
Onderwijs als sterkste motor van productiviteitsgroei
Wennink stelt dat talent en onderwijs de basis vormen voor ons verdienvermogen en technologische relevantie. Onderwijs is inderdaad al decennialang de sterkste motor van productiviteitsgroei. Maar die motor hapert. Basisvaardigheden dalen, kansengelijkheid neemt af en het lerarentekort groeit. Zonder structurele investeringen in goed onderwijs en docenten blijft de productiviteitsambitie van elke coalitie wishful thinking.
Gezondheid wordt in het politieke debat nog te vaak als kostenpost gezien. Terwijl gezonde werknemers juist langer, beter en innovatiever presteren. Werkplezier, zeggenschap en zingeving zijn geen luxe; het zijn productiefactoren.
In zijn rapport constateert Wennink dat het potentiële verdienvermogen in de klimaat- en energietransitie enorm is, omdat de hele wereld overstapt op schone energie, industrie en mobiliteit. Sommige potentiële coalitiepartners presenteren dat domein echter als een dure verplichting. Dat is een gemiste kans.
Wie duurzaamheid reduceert tot kosten, ondergraaft de welvaart van volgende generaties
Wij zijn met Wennink eens dat duurzaamheid een bron wordt van innovatie, productiviteit en nieuwe markten. Schone energie, circulaire ketens en groene technologie versterken het verdienvermogen in plaats van het te verzwakken. Wie duurzaamheid reduceert tot kosten, ondergraaft de welvaart van volgende generaties én de productiviteit van vandaag.
Toekomstbestendige samenlevingen van brede welvaart vragen volgens ons om een bredere definitie van productiviteit. Niet alleen output per gewerkt uur telt, maar ook de bijdrage aan mens en samenleving. Hogere productiviteit die leidt tot burn-outs, ongelijkheid en uitgeputte natuur is een doodlopende weg.
Een hogere productiviteit die hand in hand gaat met beter onderwijs, gezonde werknemers en groene innovatie is juist een investering in een veerkrachtige economie.
De nieuwe coalitie staat voor een fundamentele keuze. Bouwen we aan een economie die vooral meet, of aan een samenleving die bloeit? Alleen als welzijn, duurzaamheid en vertrouwen deel uitmaken van de economische meetlat, kunnen we spreken van een verdienvermogen dat onze welvaart echt veiligstelt – voor onszelf én voor de volgende generaties.
Ton van Kollenburg is lector Impactvolle Waardeketens bij het Centre of Expertise Brede Welvaart & Nieuw Ondernemerschap van Avans Hogeschool. Daarnaast is hij voorzitter van het lectorenplatform Circulaire Economie en van het Lean Certification Platform.
Sandra Doeze Jager is associate lector Impactvolle Waardeketens, eveneens bij het Centre of Expertise Brede Welvaart & Nieuw Ondernemerschap van Avans Hogeschool en voorzitter van het landelijke HRM lectorenplatform.